REPORTAGE
FM Magazine 40 – december 2024
belfa bezoekt Royale Belge gebouw
Voorbeeldig erfgoed
Woensdag 6 november stelde belfa haar leden in de gelegenheid een exclusief bezoek te brengen aan het herboren Royale Belge gebouw, met architect Didier Peremans, managing partner van architectenbureau DDS+ als deskundige gids. Het bezoek werd mede mogelijk gemaakt door de belfa-partners Assa Abloy en Eribel.
Het Royale Belge gebouw geniet een iconische status en werd eind de jaren ’60 gebouwd als hoofdkantoor voor de gelijknamige verzekeraar. Kenmerkend is de sokkel met kruisvormige bovenbouw, waarvoor de architecten René Stapels en Pierre Dufau inspiratie haalden bij de John Deere World Headquarters van Eero Saarinen in het Amerikaanse Illinois. Opvallend zijn de bronskleurig getinte glaspartijen en het skelet van cortenstaal. Het gebouw ligt temidden een park met vijvers, waarvoor de landschapsarchitecten Jean Delogne en Claude Rebold tekenden.
In die tijd was er geen zorg om het energieverbruik en dat dwong de eigenaar uiteindelijk op de knieën. De verzekeraar ging eind 1999 over in het Franse AXA en het gebouw werd verkocht aan Cofinimmo, van wie het werd teruggehuurd.
De torenhoge energiekosten waren niet langer dragelijk. Bijkomende handicap voor het gebouw was het ontwerp als ‘imago-building’ en ‘single-use’, wat het aantrekken van andere huurders bemoeilijkte tot onmogelijk maakte. Vanaf 2018 stond het kantoorgebouw leeg.
Erfgoed
Even was er interesse vanuit de Verenigde Staten om er hun Amerikaanse ambassade in onder te brengen, maar de skeletstructuur uit cortenstaal bleek niet geschikt om het gewenste gewapende glas te dragen.
Dat was de aanzet voor een versnelde bescherming als erfgoed door de Brusselse regering.
‘Souverain 25’, een consortium van CORES Development, Urbicoon, Foresite en Ape, werd de nieuwe eigenaar en zou overgaan tot het aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning voor de herontwikkeling van het complex. De herontwikkeling werd gericht op het verenigen van duurzaamheid en erfgoedbehoud, evenals ‘multi-use’, met kantoren (20.000m²), een hotel met auditorium, vergaderruimten, co-working spaces en een fitness.
BMA (Bouwmeester Maître Architecte), een initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de begeleiding van overheidsopdrachten met het oog op het verzekeren van architecturale en landschappelijke kwaliteit, schreef een ontwerpcompetitie uit voor de herontwikkeling. Dat leverde 51 inzendingen op, waarvan er 5 naar de finaleronde gingen. De uiteindelijk keuze viel op een gezamenlijk ontwerp van het Londense Caruso St John Architects en Antwerpse Bovenbouw Architectuur, omdat hun voorstel het minst ingrijpend was op de oorspronkelijke constructie en zo de patrimoniale waarde van het complex maximaal bewaard bleef. Het kreeg dan ook groen licht van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat in juni 2021 de bouwtoelating afleverde.
Ingrijpende renovatie
Het Royale Belge gebouw was energetisch uitgediend en dat vormde een hele uitdaging voor het projectteam, bestaande uit Bovenbouw Architectuur, DDS+, MA2 en EOLE voor de patrimoniale en landschapsaspecten.
“Er is veel overleg geweest met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de erfgoedcommissie om de realisatie te versnellen”, blikt Didier Peremans, architect en managing partner bij architectenbureau DDS+ terug. “Er werd opdracht gegeven voor een gevelstudie, om betere argumenten te kunnen voorleggen aan de erfgoedcommissie maar ook om snel te kunnen overgaan tot de productie van de benodigde glaspanelen. De gevel moest gedemonteerd worden en zijn stabiliteit terugkrijgen met behoud van het originele uitzicht.”
Verschillende glasfabrikanten werden gecontacteerd, maar slechts één kon hetzelfde uitzicht garanderen in combinatie met actuele eigenschappen als meer lichtweerkaatsing en een verbeterede transparantie voor het zicht van binnen naar buiten.
De beglazing van de sokkel stelde een andere uitdaging omwille van de 8m hoge panelen. Dat lukte eerst niet in dubbel glas, maar door de glaspanelen op te hangen en te dragen kon voldoende stabiliteit verzekerd worden voor de zware panelen.
In september 2021 ging de ontmanteling van het gebouw van start. “Zowat alles was geklasseerd, ook zaken die geen waarde meer hadden zoals de valse plafonds, binnendeuren…” geeft Didier Peremans aan. “Daarvoor moesten we een speciale vergunning aanvragen om een gefundeerde selectie te kunnen maken tussen wat wel en niet behouden moest blijven.”
24/24 beleving als doelstelling
Binnenin het gebouw werden heel wat aanpassingen gedaan om enerzijds kenmerkende architecturale elementen en hun imposante uitstraling te bewaren, anderzijds de geslotenheid van vroegere compartimenteringen te doorbreken. Niet alle wensen van de ontwerpers konden gerealiseerd worden. Zo konden omwille van de brandveiligheid niet alle oude indelingen worden verwijderd, moest een sprinklerinstallatie optimaal geïntegreerd worden… Eribel leverde voor het ganse gebouw alle brandwerende deuren en ramen, voorzien van sloten, opbouw en inbouwbeslag, van Assa Abloy.
Blikvanger is de centrale cilinder die ingebracht werd om alle functies te verbinden met een zacht hellende trap aan de buitenzijde en meer licht te laten doordringen in het gebouw. Extra ondersteuning verzekert een betere zichtbaarheid op het originele rasterplafond.
Het vroegere bedrijfsrestaurant is vervangen door een voor alle gebruikers toegankelijke foodcourt met een zeer gevarieerd internationaal aanbod en gezellige inrichting.
Het ‘Mix Brussels’-hotel dat 180 kamers telt, wordt beheerd door Limited Edition Hotels. Het beheer omvat naast het hotel ook het amfitheater op het gelijkvloers, de conference-zone, co-working spaces, het fitness- en wellnesscentrum met binnen- en buitenzwembad, een restaurant en een bar.
De volledig nieuwe technische installaties bestaan uit twee koel- en evenveel ventilatiegroepen, opgesplitst tussen de hotelfuncties en de rest van het gebouw.
De herbestemming en grondige renovatie resulteerden in een sterke verankering van het unieke karakter en flink opgedreven gebouwprestaties. Zo wordt de iconische status van het Royale Belge gebouw herbevestigd.
Door Eduard Coddé